in Wireless

Waarom een speedtest niet geschikt is om je wifi-netwerk te valideren

Bij veel bedrijven is het inmiddels standaard: als er klachten zijn over de wifi, wordt er een speedtest gedraaid. En als die speedtest 200 Mbit/s laat zien, dan zal het netwerk wel goed zijn… toch?

Niet helemaal. Een speedtest kan hooguit een momentopname zijn van wat er tussen jouw apparaat en een externe server gebeurt. Maar het zegt eigenlijk heel weinig over de kwaliteit, betrouwbaarheid en capaciteit van je draadloze netwerk. In deze blog leggen we uit waarom een speedtest geen goede graadmeter is voor wifi-prestaties – en wat je wél zou moeten meten.

Waar staat de speedtest-server eigenlijk?

Waar staat de testserver eigenlijk?
Een speedtest meet de snelheid tussen jouw apparaat en een testserver. Die server staat vaak buiten je netwerk, misschien wel honderden kilometers verderop. Je resultaat wordt dan beïnvloed door:

Een trage speedtest betekent dus niet automatisch dat je wifi niet goed is – het kan net zo goed aan je internetverbinding of de testserver liggen. En omgekeerd geldt hetzelfde: een goede score garandeert niet dat je wifi in orde is.

  • latency op het internet
  • routing via je provider
  • drukte op de testserver

Wat doet je laptop ondertussen?
Als jouw laptop tijdens de speedtest ook bezig is met Windows-updates, cloud sync, Teams op de achtergrond, of virusscanning, dan gaat er CPU- en netwerkcapaciteit naar die processen.

➤ De gemeten throughput kan lager uitvallen, zelfs als de WiFi-verbinding op het eerste oog stabiel lijkt. Blijft de MCS rate hoog, dan ligt het probleem waarschijnlijk niet aan de draadloze link, maar aan clientbelasting of factoren buiten het WiFi-netwerk. Bij veel retries kan de MCS rate echter wel dalen, wat juist wél wijst op problemen in de draadloze transmissie. Het is dus geen zwart-witverhaal want meerdere factoren kunnen een rol spelen.

Client staat pal onder een access point? mooi… maar niet representatief

Vaak wordt de test gedaan met een laptop of telefoon die recht onder het access point staat. Geen muren, geen interferentie, en een 1-op-1 verbinding. In die situatie zie je misschien een mooie doorvoersnelheid, maar dat is niet hoe jouw medewerkers of gasten het netwerk gebruiken. Die zitten:

  • in vergaderruimtes met glaswanden
  • in hoeken waar het signaal net zwakker is
  • in volle kantoren waar meerdere mensen tegelijk online zijn

Bij de juiste validatie kijk je naar de dekking en prestaties in alle gebruiksscenario’s, niet alleen de ideale situatie.

Niet elk apparaat kan 600 Mbit/s halen – en dat is normaal

De snelheid van een speedtest hangt sterk af van het apparaat dat je gebruikt. Een moderne laptop met wifi 6Ghz (802.11ax) en 2×2 antenne kan hele andere snelheden halen dan een oudere iPhone of een betaalbare tablet met 1×1 wifi 5.

Met deze MCS-tabel voor wifi 6 (HE) kun je exact zien wat een apparaat maximaal kán halen aan PHY rate. Maar die snelheid is slechts theorie: de werkelijke throughput ligt vaak 40–60% lager.

Als je dit interessant vindt heb ik hier nog een blog over geschreven:

Voorbeeld:
Een 1×1 wifi 6 client met 80 MHz kanaalbreedte haalt theoretisch 600 Mbps (PHY), maar in de praktijk blijft daar vaak maar 250–300 Mbps van over.

Dus als je met zo’n apparaat 200–300 Mbps meet, is dat geen teken van slecht wifi – het is exact wat je mág verwachten.

Kortom: test je met een high-end laptop, dan krijg je een vertekend beeld van wat jouw gebruikers dagelijks ervaren. Hieronder nog een vergelijking afhankelijk van je frequentie en

Hieronder een vergelijkingstabel op basis van 802.11ax (MCS 11, 2SS, SGI). Als je de laatste kolom interessant vindt heb ik hier nog een blog over geschreven, waar we dieper in gaan op OFDMA in de praktijk en de hoe OFDMA omgaat met meerdere clients.

Kenmerk5 GHz – 20 MHz<br>(OFDM)6 GHz – 40 MHz<br>(OFDM)6 GHz – 40 MHz<br>(OFDMA, 106-tone RU)
Band5 GHz6 GHz6 GHz
Kanaalbreedte20 MHz40 MHz40 MHz (gedeeld)
Modulatie1024-QAM (MCS 11)1024-QAM (MCS 11)1024-QAM (MCS 11)
Spatial Streams222
MultiplexingtechniekOFDMOFDMOFDMA
Guard IntervalShort GI (0.8 µs)Short GI (0.8 µs)Short GI (0.8 µs)
PHY rate (bruto)573 Mbps1201 Mbps~243 Mbps (per client, bij 106-tone)
Realistische throughput~300–400 Mbps~700–900 Mbps~150–200 Mbps (efficiënt, lage latency)
KanaaltoewijzingVolledigVolledigGedeeld via Resource Units
Aantal gelijktijdige clients114–8 (afhankelijk van RU-verdeling)
LatencyGemiddeldLaagZeer laag
Efficiëntie bij veel clientsBeperktBeperktHoog (OFDMA voordeel)

OFDMA is bedoeld om veel clients tegelijk te bedienen. Bij slechts 1 client zou OFDMA met een RU zoals 106-tone (~8 MHz) onnodig de snelheid beperken. Daarom schakelt de AP automatisch over naar OFDM, zodat de client het hele kanaal krijgt en de volledige datarate kan gebruiken.


WiFi kun je niet vergelijken met een UTP kabel

WiFi is géén kabel. Bij bekabelde netwerken loopt elk datapakket netjes over koper, beschermd door een mantel die afrekent met storingen van buitenaf. De lijn is afgeschermd, exclusief, stabiel.

Bij WiFi is het anders. Alle communicatie gebeurt via de ether – de open lucht via radio golven. En iedereen wil iets zeggen, tegelijk. Vergelijk het met een tafel vol mensen die allemaal iets willen roepen. Dat werkt natuurlijk niet… daarom is er een systeem: iedereen dobbelt.

In een echte omgeving zijn er tientallen clients per AP. Dan gaat het niet om pieksnelheid, maar om stabiele prestaties voor iedereen tegelijk.

Dobbelen voor je beurt – zo werkt WiFi

Het WiFi protocl 802.11 gedraagt zich heel beleeft, elke client station luisterd eerst of het stil is op zijn freqentie. Als het stil lijkt, gooit elk apparaat in het geheim een dobbelsteen (backoff-tijd). Degene met de laagste worp wacht die tijd af en mag dan zenden. De rest houdt zich stil.

Zo wordt botsing vermeden (Collision Avoidance). Maar omdat apparaten elkaar soms niet horen – bijvoorbeeld door afstand of obstakels – botsen ze toch. Er volgt geen ACK, dus het bericht moet opnieuw verstuurd worden, met nóg meer wachttijd. Botsing gedetecteerd (Collision Detection op z’n WiFi’s).

Utilisatie, retry rates en latency zijn veel belangrijker

Bij de juiste WiFi wifi-validatie kijk je niet naar snelheid throughput, maar naar:

  • hoeveel airtime wordt er gebruikt?
  • hoeveel retries vinden er plaats (d.w.z. verloren pakketten)?
  • hoe gedraagt het netwerk zich bij belasting?

Dit zijn de échte indicatoren van een gezond netwerk. Die meet je met gespecialiseerde tools, zoals Ekahau of packet capture software – niet met een browsertestje.

Geen afscherming = interferentie

In tegenstelling tot een kabel is de lucht vol herrie. WiFi deelt zijn frequenties met:

draadloze camera’s, babyfoons, Zigbee, Bluetooth, magnetrons…
De lucht is een overvolle kamer, en hoe meer apparaten er schreeuwen, hoe minder elk individu te zeggen krijgt. Dit heet airtime: de tijd die elk apparaat op de radiofrequentie mag zenden. Hoe drukker het is, hoe minder airtime per client.

Waarom een speedtest misleidend is

Een speedtest lijkt handig: je drukt op een knop, en krijgt een getal. Maar dat getal zegt weinig over hoe goed je WiFi écht functioneert. Waarom?

Airtime en de speedtest – hoe zit dat?
Een speedtest probeert zoveel mogelijk data te trekken in korte tijd. Dat betekent dat de client continu klaarstaat om te zenden zodra hij weer mag. Maar dat betekent niet dat hij alle airtime krijgt. In WiFi is er namelijk een eerlijke kansverdeling via het CSMA/CA-mechanisme: elke client moet luisteren, dobbelen en wachten op zijn beurt.

Toch kan een speedtest in de praktijk de airtime tijdelijk domineren, doordat:

  • De client dichtbij het access point zit en dus hoge datasnelheden (MCS) haalt
  • Hij continu zendtverzoeken doet zodra hij mag
  • Hij minder hoeft te wachten als er weinig andere actieve clients zijn
  • Hij grotere datastromen gebruikt, wat resulteert in langere transmissies zodra hij aan de beurt is

Het gevolg is dat andere apparaten minder vaak aan de beurt komen, zeker als zij trager zijn of verder van het AP zitten. Ze worden dus niet letterlijk geblokkeerd, maar wel relatief minder bediend, en dat kan de gebruikservaring verstoren.

Geen realistische situatie
In een normaal netwerk zijn er tientallen clients per access point. Die delen de airtime. Niemand zit continu aan z’n maximumsnelheid. Wat telt, is stabiele, eerlijke verdeling van de capaciteit. Niet pieksnelheid.

Wanneer is een speedtest wél nuttig?

Nu vraag je jezelf misschien af wanneer is een speedtest dan wel nuttig? Hoewel een speedtest geen volledig beeld geeft van de kwaliteit van je wifi-netwerk, betekent dat niet dat het nooit zinvol is. In de juiste context kan het waardevolle indicaties geven, zolang je weet hoe je het moet interpreteren.

Een speedtest kan nuttig zijn voor bijvoorbeeld:

  • een snelle sanity check: is er überhaupt connectiviteit? Werkt internet globaal of is er een grote storing?
  • vergelijken van bekabeld vs draadloos: als je op dezelfde plek eerst via kabel en daarna via wifi test, kun je snel inschatten hoeveel verlies er optreedt over de draadloze verbinding.
  • trendmetingen: als je regelmatig op vaste plekken met hetzelfde device meet, kun je veranderingen in performance opmerken (bijvoorbeeld na een firmware-update of wijziging in AP-plaatsing).
  • aantonen van een groot probleem: als je met een moderne client pal naast het AP maar 20 Mbit/s haalt, dan is dat duidelijk reden voor verder onderzoek.

Het belangrijkste is om te beseffen dat een speedtest niet het eindpunt van je analyse is, maar eerder een startpunt of ondersteunend datapunt.

Zie het als een koortsthermometer: handig om snel te checken of er iets aan de hand is, maar je stelt er geen diagnose mee.

Iedereen een wireless engineer?

Zodra het wifi traag voelt, wordt er massaal gespeedtest. En als er een getalletje boven de 100 Mbit/s verschijnt, wordt er al snel gezegd: “Het netwerk is prima.” Maar wifi is geen internetabonnement – het is een complex samenspel van radiofrequenties, clientgedrag, interferentie en airtime management.

Een speedtest maakt je geen wireless engineer.
Net zoals een thermometer je geen arts maakt.

Goede wifi vergt RF-inzicht, clientkennis en ervaring. En dat is precies waar wij bij MetaWiFi in gespecialiseerd zijn.

conclusie: stop met speedtesten – begin met echte validatie

Speedtesten geven een vertekend, onbetrouwbaar en onvolledig beeld van je wifi-netwerk. Wil je weten of je netwerk écht goed presteert, dan heb je inzicht nodig in:

  • client-ervaring op verschillende plekken
  • dekking en capaciteit per ruimte
  • interferentie en kanaalplanning
  • performance onder belasting

Bij MetaWiFi doen we precies dat. Onafhankelijk, grondig en zonder aannames. Wij maken onzichtbare wifi-problemen zichtbaar – zodat jouw netwerk weer gewoon werkt.

📞 hulp nodig met een wifi-validatie?

Neem contact op voor een professionele meting of second opinion.
👉 Bel: 077 770 3364 of kijk op metawifi.nl

Write a Comment

Comment